Bestemmingsplannen worden in Nederland gebruikt om vast te leggen wat met de ruimte mag gebeuren. Er staat bijvoorbeeld in of op een stuk grond mag worden gebouwd of niet. Maar er staat ook in welk gebruik is toegestaan. In het bestemmingsplan staat bijvoorbeeld of op een bepaald terrein een sportvereniging of een agrarisch bedrijf aanwezig mag zijn. Een bestemmingsplan kan zelfs nog veel preciezer zijn door te bepalen welke bouwhoogtes zijn toegestaan en aan welke (aanvullende) technische eisen een gebouw moet voldoen. Bouwplannen zijn dus afhankelijk van wat het bestemmingsplan toestaat. Als een bouwplan niet aan het bestemmingsplan voldoet, zijn er verschillende mogelijkheden om alsnog toestemming te krijgen. Daarover leest u meer in mijn artikel over het oplossen van problemen bij strijd met het bestemmingsplan. Maar hoe komt een bestemmingsplan tot stand? Wat staat er in een bestemmingsplan en hoe gaat de procedure? Dat bespreek ik in dit artikel.
Inhoud van een bestemmingsplan
Een bestemmingsplan bestaat grofweg uit 3 onderdelen. Deze bespreek ik hieronder.
De verbeelding is het eerste essentiële onderdeel van een bestemmingsplan. Dit is kort gezegd de kaart waarop het plangebied is aangegeven. Grond die geen onderdeel is van het plangebied valt niet onder de regels van dat bestemmingsplan.
De regels zijn het tweede onderdeel van het bestemmingsplan. De regels bepalen wat wel en niet mogelijk is op de verschillende bestemmingen en aanduidingen die op de verbeelding zijn weergegeven.
Het derde onderdeel is de toelichting. Hierin worden de achtergronden van beoogde ontwikkelingen opgenomen en wordt nader toegelicht met welke factoren allemaal rekening is gehouden. Een belangrijk onderdeel hiervan is tegenwoordig de ladder voor duurzame verstedelijking. De toelichting in het kader van deze ladder moet waarborgen dat er behoefte is aan de beoogde ontwikkeling en dat deze ontwikkeling niet beter elders in de regio kan plaatsvinden.
Vaak zijn er nog aanvullende documenten aanwezig bij het bestemmingsplan. Dit kunnen zijn; een akoestisch onderzoek, een stedenbouwkundig onderzoek, onderzoek naar de parkeerbehoefte, inspraakreacties van belanghebbenden etc. Deze documenten zijn er ter onderbouwing van de keuzes die in het bestemmingsplan zijn gemaakt. Op zichzelf zijn deze stukken niet bindend, maar als er fouten in staan dan kan het bestemmingsplan op die grond in strijd zijn met het motiveringsbeginsel.
Voorbereidingsprocedure
In Nederland stelt de gemeenteraad een bestemmingsplan vast. Voordat de raad tot een besluit komt, doorloopt men echter een voorbereidingsprocedure. Dit is voorgeschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (afgekort als: Awb). Deze procedure ziet er als volgt uit:
Nadat de gemeente heeft besloten tot een nieuw bestemmingsplan is zij verplicht een ontwerpbestemmingsplan te publiceren. Iedereen kan vervolgens een zienswijze indienen met betrekking tot dit ontwerpplan. Deze zienswijzen hoeven geen juridische onderbouwing te hebben. De betrokkenen kunnen aangeven wat zij ervan vinden en eventuele bezwaren of aandachtspunten aangeven. Overigens wordt vaak eerder nog een conceptbestemmingsplan opgesteld. Dit is niet verplicht, maar geeft inzicht wel inzicht voor publicatie van het ontwerp.
Zienswijzen die door de gemeente zijn ontvangen, moeten worden beantwoord. Vervolgens wordt een definitief bestemmingsplan vastgesteld. Hierin is wel of niet rekening gehouden met de ontvangen zienswijzen. Als belanghebbenden het niet met het definitieve besluit eens zijn, kunnen zijn beroep instellen bij de rechtbank. Daarover leest u meer in mijn artikel over de mogelijkheden van beroep en hoger beroep tegen een bestemmingsplan.
Onherroepelijk
Een bestemmingsplan is definitief als er tegen het plan geen beroep is ingesteld. Ook als er wel beroep is ingesteld en de rechter dit beroep heeft afgewezen én er geen andere rechtsgang meer mogelijk is, is een bestemmingsplan definitief. Na de vaststelling van een bestemmingsplan, kan de gemeente vergunningen verlenen op basis van dat plan. Dat kan ook als er nog een procedure loopt tegen het vastgestelde bestemmingsplan. Om dit te voorkomen moet een voorlopige voorziening worden gevraagd waarmee het plan wordt geschorst tot er een einduitspraak is.
In werking
Als alles goed gaat, treedt het plan in werking. Een bestemmingsplan heeft een uiterste houdbaarheidstermijn van 10 jaar. De gemeente moet volgens de wet het bestemmingsplan binnen 10 jaar actualiseren. Deze regel voorkomt dat zeer oude plannen van kracht blijven en onduidelijk is wat er nu met een gebied moet gebeuren.
Conclusie
Een bestemmingsplan is dus het centrale middel van de overheid om te bepalen wat er mag worden gebouwd op een aangewezen terrein. Het bestemmingsplan bepaalt ook het gebruik van een aangewezen terrein. Het is dan ook belangrijk voor ontwikkelaars, grondeigenaren, maar ook voor particulieren om te weten wat daarin is bepaald. Op www.ruimtelijkeplannen.nl kunt u alle digitaal raadpleegbare bestemmingsplannen vinden. Uiteindelijk zullen alle bestemmingsplannen in Nederland op deze site komen.
Heeft u naar aanleiding van artikel vragen? Neem dan gerust contact met mij op. Meer over onze advocaten kunt hier vinden.